De ARIA is een elektrische stadsauto uit Nederland die je helemaal zelf kunt repareren
Een compact, elektrisch studiemodel dat je zelf kunt onderhouden, zonder speciale apparatuur of merkspecifieke gereedschappen. Dat is ARIA, het nieuwste project van studententeam TU/ecomotive. De auto is in Eindhoven gepresenteerd en draait volledig om eenvoudige repareerbaarheid. Carrosseriedelen zijn los te klikken, elektronische modules zijn direct bereikbaar en het accupakket bestaat uit kleine, handzame elementen.
Daarmee wil het team laten zien hoe een elektrische stadsauto ontworpen kan worden als repareerbare machine, gebouwd voor een langere gebruiksduur. De constructie maakt het voertuig vooral geschikt als ‘demonstrator’, een tastbare technische oefening in hoe elektrische mobiliteit ook anders kan worden opgebouwd.
Modulaire stadsauto uit Eindhoven
ARIA is ontwikkeld door studenten van de TU Eindhoven, Fontys en Summa. Het voertuig is opgebouwd uit losse componenten die in een vaste structuur aan het chassis zijn bevestigd. De panelen worden met mechanische vergrendelingen vastgezet en zijn zonder demontage van omliggende delen te verwijderen. Dat zorgt er niet alleen voor dat schadeherstel eenvoudiger wordt, maar ook dat wat erachter zit beter bereikbaar is.
Bij conventionele auto's zitten veel onderdelen dicht op elkaar en achter/onder elkaar; voor het vervangen van een simpel onderdeel is vaak extra demontage nodig. Bij ARIA is het omgekeerd: panelen zijn bedoeld als toegangspunten. Zo ontstaat een opbouw die meer doet denken aan industriële apparatuur dan aan een traditioneel voertuig.
Zes accumodules die je met de hand kunt wisselen
Het accusysteem is een van de meest in het oog springende elementen van ARIA. In plaats van één groot pakket heeft de auto zes modules ieder van ongeveer 12 kilo, samen goed voor 12,96 kWh. Door de beperkte massa kunnen gebruikers ze met de hand hanteren. Wie in de praktijk een defecte module zou hebben, hoeft daardoor niet het volledige pakket te verwijderen, maar kan per element werken.
In huidige elektrische auto’s is de accubehuizing meestal geïntegreerd in de vloer, deels vanwege veiligheid en stijfheid. Soms is die behuizing zelfs een deel van de constructie. Bij ARIA ligt de nadruk op toegankelijkheid en inzicht: modulair op te bouwen en voor iedereen bereikbaar. Voor het team was dit een manier om studenten ervaring te geven met de architectuur van elektrische aandrijving, zonder de complexe integratie die bij productiemodellen gebruikelijk is.
Toegang tot onderdelen zónder tussenkomst van fabrikant
Omdat de elektrische aandrijflijn relatief eenvoudig is opgebouwd, kon het team het ontwerp aanvullen met eigen bedieningsstructuren. In de auto is een gereedschapskist geïntegreerd, zodat elementair onderhoud direct kan worden uitgevoerd. De elektronica bestaat grotendeels uit gestandaardiseerde modules die volgens een vaste logica zijn geplaatst.
Een app fungeert als interface tussen gebruiker en voertuig. Die leest foutcodes uit en geeft uitleg over welke stap logisch is bij een defect. De app bevat ook documentatie en onderhoudsinstructies. Daarmee draait een deel van het project om educatie: inzicht geven in hoe elektrische systemen samenwerken en hoe storingen te herleiden zijn.
Studenten koppelen ontwerp aan Europese reparatieregels
Het team plaatst ARIA uiteraard ook in de bredere context van repareerbaarheid. In Europa gelden sinds kort regels voor het recht op reparatie, maar die richten zich vooral op huishoudelijke apparaten en consumentenelektronica. Voertuigen vallen nog buiten die richtlijn. Teammanager Taco Olmer geeft aan dat ARIA bedoeld is als voorbeeld binnen die discussie.
De studenten sluiten zich aan bij de Right to Repair Europe-coalitie. Die pleit voor een betere toegang tot onderdelen, documentatie en software-updates. In de EVsector speelt dat vooral bij accutechniek en diagnose, waar onafhankelijke werkplaatsen vaker aangeven dat informatie of materialen niet altijd beschikbaar zijn. ARIA laat zien hoe een elektrische aandrijflijn eruitziet wanneer repareerbaarheid vanaf het begin wordt meegenomen in het ontwerp.
Samenwerking tussen TU Eindhoven, Fontys en Summa
De ontwikkeling van ARIA is uitgevoerd door een multidisciplinair team. Studenten van de TU Eindhoven werkten aan de technische basis van de aandrijving en het chassis. Fontys-studenten richtten zich op praktische constructiedetails en elektronische componenten. Het klikbare carrosseriesysteem komt van een student van Summa, die het paneelconcept bedacht en verder uitwerkte.
Deze samenwerking tussen verschillende opleidingsniveaus is kenmerkend voor de TU/ecomotive, die elk jaar één conceptcar bouwt. Voor veel studenten is het project een eerste kennismaking met de complexiteit van voertuigontwikkeling en de samenwerking die daarvoor nodig is.
ARIA studiemodel heeft ook een educatief doel
Het studiemodel is vooral bedoeld om een technisch idee concreet te maken: een elektrische stadsauto waarvan elk onderdeel los vervangbaar is en waarin onderhoud inzichtelijk blijft. ARIA is geen productiemodel en heeft ook geen certificeringstraject. De opzet is educatief en demonstratief, met nadruk op toegankelijk ontwerp en eenvoudige montage.
Doordat de constructie inzichtelijk blijft, kan het studiemodel worden ingezet voor workshops, presentaties en technische demonstraties. Het maakt zichtbaar hoe modulaire bouwmethoden werken en waar ontwerpkeuzes invloed hebben op herstel en onderhoud. Daarmee voegt ARIA zich in de reeks projecten waarmee TU/ecomotive studenten laat experimenteren met uiteenlopende invalshoeken binnen elektrische mobiliteit.
Foto’s: © Sarp Gürel





2 reacties
Markie Mark
12 maart, 2023
“If I had asked people what they wanted, they would have said faster horses.” –Henry Ford
Loesje Boom
12 maart, 2023
“If I had asked people what they wanted, they would have said faster horses.” –Henry Ford